Conclusie: Lezing zwerfvuil & statiegeld

Lezing: zwerfvuil & statiegeld – Ledebergplein 30, Ledeberg op woensdagavond 26 maart.

Vier organisaties en bedrijven die zich inzetten voor een properdere leefruimte kwamen samen en kregen elk 15 minuten om hun expertise rond statiegeld, zwerfvuil en sluikstorten te delen. Daarna was er evenveel tijd voorzien voor vragen vanuit het publiek. De presentaties waren stuk voor stuk informatief en het publiek was zeer lovend, de interactie zo sterk dat 15 minuten voor vragen eigenlijk niet volstond.

31 mrt. 2025

Conclusie: Samen voor een duurzamere en schonere leefomgeving

De lezing over zwerfvuil en statiegeld bracht waardevolle inzichten vanuit verschillende invalshoeken. Rosalie van Gents MilieuFront (GMF) benadrukte het belang van repareren boven vervangen. De Repair Cafés helpen mensen bij het herstellen van kapotte voorwerpen en besparen zo niet alleen afval, maar ook CO₂-uitstoot. Ze vertelde dat de kans op reparatie groter is naarmate het product ouder is. Dit door breder kwaliteit van de materialen en het vroegere langetermijnsdenken. Beleidsmatig is er nood aan strengere regels rond geplande veroudering en de beschikbaarheid van betaalbare onderdelen.

Janine van de Statiegeldalliantie toonde aan hoe statiegeld in andere EU-landen zwerfvuil drastisch vermindert: 70 tot 95%. België blijft achter, terwijl we tegen 2029 verplicht zijn om minstens 90% van plastic flesjes en blikjes gescheiden in te zamelen. Volt blijft dan ook pleiten voor de invoering van statiegeld als bewezen effectieve maatregel.

Sofie van Ohne deelde haar ervaringen met verpakkingsvrij winkelen. Door herbruikbare verpakkingen en lokale producten te promoten, helpt Ohne afval en CO₂-uitstoot te verminderen. De terugkeer naar een modern melkboersysteem, waarbij klanten glazen flessen hergebruiken in plaats van recycleren, toont dat duurzame alternatieven haalbaar zijn. Ohne streeft volhardend naar consuminderen i.p.v. consumeren.

Anouschka presenteerde namens Mooimakers hun onderzoek naar zwerfvuil. Hieruit bleek dat jongere generaties minder geneigd zijn om zichzelf verantwoordelijk te voelen voor afval, en dat een gebrek aan vuilnisbakken vaak als excuus wordt gebruikt. Educatie, betere infrastructuur en striktere handhaving zijn cruciale elementen in de strijd tegen vervuiling. Opvallend, mensen denken vaak dat opvoeding de oorzaak is van zwerfvervuilen, maar dit onderzoek toont aan dat opvoeding, gender, sociale klasse en woonplaats geen significante indicatoren zijn.

Volt zal zich blijven inzetten voor een structurele aanpak van afvalproblematiek. Dit omvat de invoering van statiegeld, strengere regels rond planned-obsolescence en het stimuleren van hergebruik, maar ook het blijven monitoren en plaatsen van vuilbakken, opkuisen van zwerfvuil en informeren rond het thema.

Geïnteresseerd in de details? Lees het volledige verslag hieronder.

Volledige verslag

Gents MilieuFront (GMF)

Rosalie – vrijwilligster bij het GMF – beet de spits af met een presentatie rond de Gentse Repair Cafés. Ze legt het concept en het financiële model toe. Bij deze leuke en gezellige cafés help je een ervaren vrijwilliger bij het repareren van jouw voorwerp. Ze helpen de bezoekers inzien wat er fout liep, hoe problemen kunnen vermeden worden en hoe men het de volgende keer zelf kan repareren. Dit draagt bij tot een betere kennis rond basisonderhoud die vandaag alsmaar meer blijkt uit te dunnen. Waar het GMF zelf niet kan helpen wordt doorverwezen naar lokale professionele herstellers, bevorderlijk voor de lokale economie dus.

Rosalie volgde dit op met enkele statistieken. Er werd verwezen naar onderzoek door het EEB dat toont dat als we onze huishoudelektro 1 jaar langer zouden gebruiken, we tot 4 ton CO2-equivalenten – het equivalent van 2 miljoen auto's – kunnen uitsparen. De cafés op zich hebben naar schatting ook al een 18.500 kg CO₂-equivalenten uitgespaard met hun reparaties, vooral in huishoudelektro, fietsen en textiel.

Een interessante conclusie was dat oudere objecten makkelijker te repareren zijn. Zowel voor textiel als elektro, de kwaliteit van de materialen was vroeger beter en producten werden gemaakt om zo lang mogelijk mee te gaan.

Rosalie had ook enkele tips qua beleid:

De Repair Cafés helpen materialisme tegen te gaan door te herstellen in plaats van te vervangen, maar onderdelen zijn vaak duur en moeilijk te vinden. Een strenger beleid tegen planned obsolescence en repareerbaarheid kan hier helpen, we geven het door aan onze collega’s bij Volt Europa.

Er moet op gelet worden dat bedrijven tijdens de garantieperiode producten repareren, in plaats van ze rechtstreeks te vervangen.

Statiegeldalliantie

Janine van de Statiegeldalliantie begon sterk. Ze verwijst naar onderzoek door OVAM dat aantoont dat 35% van het zwerfvuil in België flesjes en blikjes zijn. Daaropvolgend presenteert ze de statistieken over statiegeld in andere EU-lidstaten. Dit blijkt een beleid te zijn met ongeziene voordelen, het aandeel flesjes en blikjes onder het zwerfvuil verlaagt met 70 tot 95%.

Ook al werkt het systeem zo goed en liggen alle plannen en onderzoeken voor België klaar, staat er niets over statiegeld in Arizona’s regeerakkoord.

Nochtans is er een Europese wet die ons verplicht tegen 2029 minstens 90 procent van de plastic flesjes en drankblikjes gescheiden in te zamelen. Daarvoor moeten we een systeem van statiegeld invoeren, tenzij we reeds over een ander systeem beschikken dat verzekert dat ze de doelstelling zullen halen. Spoiler, onze bestaande systemen komen aan slechts 80 en 64%.

Er wordt ook gekeken naar een digitaal systeem met QR-codes, maar deze zijn lastig in te voeren gezien ze zo fraudegevoelig zijn: andermans QR-code “stelen”, QR-code gebruiken nog voor het aankopen, scannen maar niet correct recycleren, …

Ten slotte deelt ze nog enkele tips om tot een succesvol statiegeldsysteem te komen:

  • Je moet voldoende innamepunten hebben,

  • Het statiegeldbedrag moet hoog genoeg zijn,

  • Je mag niet discrimineren, alle flesjes en blikjes moeten in het systeem passen,

  • En er moet innameplicht zijn bij de inleverpunten.

P.S.: De Statiegeldalliantie post elke dag een foto van statiegeldwaardig zwerfvuil op sociale media tot er statiegeld is ingevoerd in België. Vandaag staat de teller op 188 dagen.

Ohne

Sofie – medeoprichtster van Ohne – kwam naar huis van de VS met het idee een eigen bulkwinkel te openen. Het concept slaat ook in België aan, Ohne bestaat een tiental jaar en heeft ondertussen zeven winkels.

Ohne is een verpakkingsarme winkel die de hoeveelheid afval per consument probeert te verminderen aan de basis. Op deze manier sparen ze ons een hele hoop afval uit, maar besparen ze ook op CO₂-uitstoot. Al die verpakkingen moeten namelijk geproduceerd en vervoerd worden. Ze bieden ook schoonmaakproducten aan die ter plekke droge ingrediënten mengen, zodat het water niet hoeft vervoerd te worden. Op Ohne’s impactrapport lees je hoe hun project 50 ton afval vermeed in 2024.

Ohne koopt in grote verpakkingen, maar ook herbruikbare verpakkingen zoals glazen flessen en potten en inoxen containers voor bijv. slaatjes. Ohne introduceerde zelf hun eigen statiegeldsysteem voor nieuwkomers of klanten die hun eigen potjes vergeten.

Sofie wijst ons op de (beperkte) terugkeer naar het melkboersysteem. Hierbij pikt men lokaal geproduceerd voedsel op met hun eigen glazen flessen die ze kunnen wassen in plaats van te recycleren, waardoor de grootste recyclagekosten voor glas uit blijven.

Tenslotte is Sofie aangenaam verrast door de community die groeide rond hun winkels. Ze leerde veel van klanten, er worden ideeën uitgewisseld en de impact is voelbaar. Samen gaan ze expliciet voor consuminderen in plaats van te consumeren.

Mooimakers onderzoek gepresenteerd door Volt

Mooimakers – medeorganisator van de Gentsche Gruute Kuis – kon zelf niet ter plekke zijn, maar Anouschka – co-voorzitster van Volt Oost- & West-Vlaanderen – presenteerde hun onderzoek in hun plaats.

Het onderzoek uit 2023 hoopt een antwoord te geven op vragen als

  • Wat is de oorzaak van zwerfvuil?

  • Wat is de link tussen ingesteldheid en gedrag?

  • Hoe voorkomen we het?

  • Wat zijn de beleidsaanbevelingen?

Hiervoor bevroeg ze steekproefsgewijs drie focusgroepen die representatief zijn voor Vlaanderen.

Het onderzoek toont aan dat 51% van de bevraagden principieel nooit vervuilen, 30% doet het soms per ongeluk, 10% praat het goed en 9% ziet geen probleem met zwerfvervuilen.

Opvallend is dat de 81% minst vervuilenden vaak ouder zijn dan 55. Ze schat het vervuilende gedrag van anderen eerder pessimistisch in, kent de impact van vervuilen, vindt dat de burger verantwoordelijk is voor zijn afval en aanvaardt geen excuses als “het lag al vuil” of “de straten worden toch gereinigd”.

De overige 19% is jonger dan 36. Vindt de burger niet of slechts gedeeltelijk verantwoordelijk (bijv. verantwoordelijkheid ligt bij de gemeente), vindt het allemaal niet zo erg en is er niet van overtuigd dat zwerfvuil niet vergaat. Ook de definitie van zwerfvuil verschilt, biologisch afbreekbaar afval trekt ongedierte aan, maar wordt niet als zwerfvuil gezien. Alsook kauwgom en sigarettenpeuken, deze worden als te klein beschouwd.

De studie besluit dat de belangrijkste redenen om te vervuilen waren:

  1. Het is biologisch afbreekbaar

  2. Er is geen (lege) vuilnisbak dichtbij

  3. Het is klein

De hoofdredenen die deelnemers verdenken waarom anderen vervuilen waren:

  1. Het komt door hun opvoeding

  2. Er is geen (lege) vuilnisbak dichtbij

  3. Ze willen er snel van af zijn

Nochtans stelt de studie ook vast dat er geen verschillen zichtbaar zijn in gender, woonplaats of sociale klasse. Ook niet onverwacht wordt het meeste afval achtergelaten door de 19%, vaak omdat de vuilnisbak afwezig of te vol is.

Tenslotte eindigde het publiek met een terechte opmerking, we moeten niet enkel kijken naar de burger, bedrijven moeten zelf verantwoordelijk gesteld worden voor hun afval. Zo moeten ze zich inzetten om zo weinig mogelijk verpakkingsmateriaal te gebruiken.

+1: bonus

Het onderzoek geeft ook enkele beleidstips:

  • Voldoende (lege) vuilnisbakken plaatsen

  • Informeren en bewustwording creëren

  • Vooral de groep 16-34 jaar is een belangrijke focusgroep voor educatie en infrastructuur

  • Blijf inzetten op handhaving

  • Blijven opruimen

Conclusie

Volt zal pleiten voor de beleidspunten uit het Mooimakers-onderzoek als ook de uiteindelijke introductie van het statiegeld, zoals Europa ons aanmoedigt te doen. We geven ook feedback door naar onze collega’s bij Volt Europa om zich verder te verzetten tegen planned obsolescence en om bij hun plannen rond de Europese garantiewetgeving na te denken over herstelling vs. vervangen.