Rechter grijpt niet in bij uitsluiting Volt uit VRT debat. Volt roept VRT op tot dialoog

PERSBERICHT - Rechter grijpt niet in bij uitsluiting Volt uit VRT debat. Volt roept VRT op tot dialoog. 

29 mei 2024

Vandaag oordeelde de Nederlandstalige Rechtbank van Eerste Aanleg in Brussel in kort geding dat er onvoldoende grond is om gerechtelijk in te grijpen in het besluit van de VRT om Volt uit te sluiten van het Europees lijsttrekkersdebat op 31 mei.

De rechter verwerpt echter het hoofdargument van de VRT dat dit een preventieve maatregel zou uitmaken. De VRT heeft een publieke opdracht, waartoe ook behoort dat kleine partijen aandacht moeten krijgen in de berichtgeving. Het uitsluiten van kleinere partijen kan dus enkel op grond van objectieve en meetbare criteria. De VRT krijgt nadrukkelijk geen vrijbrief van de rechter.

De rechter oordeelde dat er op het eerste gezicht in een kortgeding onvoldoende juridisch vastgesteld kon worden dat de criteria die de VRT hanteerde in dit precieze geval onredelijk zouden zijn of dat ze pas achteraf waren opgesteld. De rechter oordeelde bovendien dat de aankondiging van het debat misleidend was, door te spreken van “de zeven lijsttrekkers”.

“Volt is natuurlijk teleurgesteld dat het kortgeding niet heeft geleid tot de deelname van Volt aan het debat op vrijdag, maar we respecteren het oordeel van de rechter, en we verwelkomen de principiële uitspraken over de verplichting van de publieke omroep jegens kleinere partijen” stelt Carlo Giudice, co-voorzitter van Volt.

Een aantal van de door VRT gehanteerde criteria werden door de rechter in het kortgeding juridisch aanvaardbaar geacht, maar zouden mogelijk in een grondiger juridische behandeling, zoals door het EU Hof van Justitie, anders beoordeeld worden. Volt blijft overigens ook van mening dat ze vanuit democratisch oogpunt niet overtuigen.

De vaststelling dat méér deelnemers aan een debat resulteert in minder spreektijd per deelnemer is een objectief feit. Maar volgens Volt is de bewering van VRT dat een debat met negen deelnemers niet haalbaar is, ongeloofwaardig. VRT zelf hield in 2009 een Europees lijsttrekkersdebat met acht deelnemers.

Volt wijst er ook op dat de criteria die VRT hanteert, niet consequent worden toegepast, zoals het vereiste om al een verkozene te hebben. De VRT hanteert het criterium van een volledige lijst voor het Nederlandstalig kiescollege voor de Europese verkiezingen. Anderzijds heeft de PVDA op dit moment geen verkozene voor het Nederlandstalig kiescollege, maar mag deelnemen aan het debat op grond van een verkozene voor het Franstalig kiescollege. In het verleden nam ook Lijst Dedecker deel aan het debat, zonder een verkozene in het EP. De uitsluiting van Volt lijsttrekker In ’t Veld op basis van het feit dat ze in een ander land gekozen werd, is mogelijk strijdig met het EU Verdrag.

Sophie in ‘t Veld, Europarlementariër en Lijsttrekker voor Volt concludeert: “De uitspraak van de rechter versterkt nog eens wat de eigen Ombudsman van de VRT al concludeerde in 2019 na de verkiezingen, dat de VRT de ruimte voor kleinere partijen beter moet inplannen (VRT nieuws “Wat vond u van het verkiezingsaanbod van vrt”). Het is een gemiste kans dat er na 2019 geen verbetering is gekomen. Kleinere politieke partijen zijn geen bedreiging, maar dragen juist bij aan de broodnodige politieke vernieuwing. Om die reden stelt Volt voor om met de VRT en de VRT Ombudsman, kleine politieke partijen, en deskundigen het voortouw te nemen in een dialoog die moet leiden tot een betere inclusie van nieuwe partijen. Daarmee wil Volt op een constructieve wijze bijdragen aan versterking van de democratie”.

EINDE PERSBERICHT